De man was moe, hij zag het leven niet meer zitten,
hij zag zichzelf
alleen maar zitten op zijn stoel.
Hij had geen kracht meer om z'n tuintje om
te spitten
en kreeg een grenzeloos, vereenzaamd, leeg gevoel.
Toen heeft hij heel lang aan zijn kamerraam gezeten,
alsof hij wachtte op
een teken, een geluid
van buitenaf dat hem weer nieuwe kracht zou
geven,
maar tevergeefs keek hij er elke dag naar uit.
Zo heeft hij héél lang aan dat stille raam gezeten,
de tuin werd groen en
toen weer grijs en toen weer groen,
totdat hij godzijdank tenslotte heeft
begrepen
dat er geen teken kwam... dat hij het zelf moest doen.
Toon Hermans
Geen opmerkingen:
Een reactie posten